Welkom bij HRM
Een deskundig advies tegen een gunstig tarief
Lees meer
donderdag 17 september 2020
De ontwikkeling van de koopkracht is de komende periode nog erg onzeker. Dit heeft met name te maken met de effecten van de coronacrisis. Het kabinet neemt een aantal maatregelen om ervoor te zorgen dat de koopkracht gelijkmatiger wordt verdeeld:
|
2020 |
2021 |
Tariefschijf 1 |
37,35% |
37,10% |
Tariefschijf 2 |
49,50% |
49,50% |
Maximale algemene heffingskorting |
€ 2.711 |
€ 2.837 |
Afbouwpercentage algemene heffingskorting |
5,672% |
5,977% |
Maximale arbeidskorting |
€ 3.819 |
€ 4.205 |
Jonggehandicaptenkorting |
€ 749 |
€ 761 |
Maximale inkomensafhankelijke combinatiekorting |
€ 2.881 |
€ 2.815 |
|
2020 |
2021 |
Tariefschijf 1 |
19,45% |
19,20% |
Tariefschijf 2 |
37,35% |
37,10% |
Tariefschijf 3 |
49,50% |
49,50% |
Maximale algemene heffingskorting |
€ 1.413 |
€ 1.469 |
Afbouwpercentage algemene heffingskorting |
2,956% |
3,093% |
Maximale arbeidskorting |
€ 1.989 |
€ 2.191 |
Ouderenkorting |
€ 1.622 |
€ 1.703 |
Alleenstaande ouderenkorting |
€ 436 |
€ 443 |
Tarieven en bedragen 2021 zijn onder voorbehoud.
De korting op de cataloguswaarde (de cap) voor elektrische auto’s wordt al afgebouwd sinds 2019. Voor elektrische auto’s met een motor die op waterstof kan rijden geldt een uitzondering en is de korting op de bijtelling dus niet gemaximeerd. Vanaf 2021 geldt deze uitzondering ook voor auto’s met zonnepanelen.
Voor zorgprofessionals die niet in dienst zijn bij een werkgever wordt de eindheffingsregeling aangepast zodat de bonus als eindheffingsbestanddeel aangewezen kan worden. De huidige eindheffingsregeling voor niet-werknemers geldt namelijk alleen voor verstrekkingen en niet voor geldbedragen.
Door de aanpassing wordt de bonus niet als belastbaar inkomen of belastbare winst gezien. Zorginstellingen kunnen voor de niet-werknemers een aanvraag indienen voor de bonus. Onder de voorwaarde dat er over de bonus eindheffing wordt afgedragen, krijgt de zorginstelling de bonus inclusief de compensatie voor de eindheffing uitbetaald. Het is van belang dat de zorginstellingen de niet-werknemers schriftelijk mededelen dat er over de bonus eindheffing wordt betaald.
Door de coronacrisis hebben flexibele arbeidskrachten in de maand april 2020 t.o.v. de maand februari 2020 een aanzienlijk inkomensverlies geleden. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft hiervoor een vangnet opgezet, genaamd TOFA, welke een tegemoetkoming bood in de kosten voor levensonderhoud. Deze tegemoetkoming werd door het UWV verstrekt en vormde onderdeel van het verzamelinkomen, wat dus ook van invloed kan zijn op de inkomensafhankelijke toeslagen. De tegemoetkoming is door het UWV verstrekt als loon uit vroegere dienstbetrekking, waarbij standaard de loonheffingskorting toegepast werd. Het kan dus mogelijk zijn dat er bij twee inhoudingsplichtigen tegelijk loonheffingskorting is toegepast. Dit heeft als gevolg dat er via de aanslag inkomstenbelasting nog loonheffing bijbetaald moet worden. De randvoorwaarden van het tot stand komen van de TOFA waren dat de regeling eenvoudig, generiek, en automatisch uitvoerbaar moest zijn via het UWV. Daarom is er voor deze werkwijze gekozen, welke nog wettelijk vastgelegd moet worden. Dit gebeurt in 2021.
Voor scholingskosten bestaat een gerichte vrijstelling. Een werknemer krijgt onder bepaalde voorwaarden scholing verstrekt of scholingskosten vergoed. Deze gerichte vrijstelling geldt nog uitsluitend voor werknemers. Met ingang van 2021 vindt er een verruiming van deze gerichte vrijstelling plaats, waardoor ook ex-werknemers onder deze gerichte vrijstelling vallen. Vanwege de coronacrisis is de mogelijkheid tot (om)scholing erg belangrijk en daarom wil het kabinet deze vrijstelling verruimen. Het gaat dan om de vergoedingen en verstrekkingen ten aanzien van het volgen van een opleiding of studie met het oog op het verwerven van inkomen, niet voor onderhoud en verbetering van kennis en vaardigheden van de dienstbetrekking.
De tijdelijke verruiming van de vrije ruimte ter hoogte van 3% tot een fiscale loonsom van € 400.000 is nu in het Belastingplan 2021 opgenomen en geldt alleen voor 2020. Deze tijdelijke verruiming wordt nu vastgelegd in de wet. De vrije ruimte vanaf een fiscale loonsom van € 400.000 wordt 1,18% per 2021.
Verhoging heffingsvrije vermogen
Het heffingsvrije vermogen wordt flink verhoogd naar € 50.000 per 2021. In 2020 bedroeg het heffingsvrije vermogen namelijk € 30.846. Voor partners wordt het heffingsvrije vermogen verhoogd naar € 100.000.
Premies werknemersverzekeringen
De premiepercentages voor de werknemersverzekeringen zijn vastgesteld. Een aantal premiepercentages zijn nog onder voorbehoud. De lage en hoge premie voor het Algemeen werkloosheidsfonds zijn gedaald naar 2,70 en 7,70%. De premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds stijgt van 6,77% naar 7,03%. Zowel de Awf en de Aof premies zijn nog onder voorbehoud en worden in oktober definitief vastgesteld.
Premie |
2020 |
2021 |
Ouderdomsfonds (AOW) |
17,90% |
17,90% |
Nabestaandefonds (Anw) |
0,10% |
0,10% |
Algemeen werkloosheidsfonds – laag (Awf) |
2,94% |
2,70% |
Algemeen werkloosheidsfonds – hoog (Awf) |
7,94% |
7,70% |
Uitvoeringsfonds voor de overheid (Ufo) |
0,68% |
0,68% |
Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) |
6,77% |
7,03% |
Uniforme opslag kinderopvang (Aof) |
0,50% |
0,50% |
Werkhervattingskas rekenpremie (Whk) |
1,28% |
1,36% |